home |  biografie | parlement  | kalmthout | pers | links  | nieuwsbrief  |  contact

25 februari 2008

De Benelux leent zich uitstekend als proefregio om grensoverschrijdend bellen tegen nationaal tarief op te starten.

Roaming is de mogelijkheid voor consumenten om met hun mobiele telefoon in het buitenland gesprekken aan te gaan en te ontvangen. Om deze dienstverlening aan de consumenten te kunnen aanbieden, maken de operatoren gebruik van elkaars netwerken. Ze rekenen elkaar hiervoor onderling hoge tarieven aan die niet in verhouding staan tot de werkelijke kosten. Daardoor zijn de roamingtarieven die abonnees betalen veel te hoog.

We willen een einde maken aan deze hoge tarieven voor grensoverschrijdend bellen binnen de Benelux. De afstand van het noorden van Italië tot het zuiden is vijf maal groter dan de maximale noord-zuidafstand in de Benelux. Toch liggen de GSM-tarieven voor bellen tussen bijvoorbeeld Nederland en Luxemburg vijf keer hoger dan over eenzelfde afstand in Italië. Vooral mensen in de grensstreken zijn hiervan het slachtoffer. Het gebeurt niet zelden dat deze mobiele bellers via het buitenland worden omgeleid waardoor ze de kosten van een internationaal gesprek aangerekend krijgen. Ik woon zelf in de grensgemeente Kalmthout en kan hiervan meespreken.

Gezien de uniformiteit en de nauwe samenwerking tussen de landen van de Benelux en de beperkte omvang van het gebied, is deze regio uiterst geschikt om er een proefproject te starten waarbij men grensoverschrijdend kan bellen tegen nationaal tarief. In de Baltische landen en tussen Ierland en Noord-Ierland lopen reeds gelijkaardige initiatieven met veel succes.
Het Beneluxparlement is alvast voorstander en ook de Nederlandse Tweede Kamer heeft al een motie in die zin goedgekeurd. België kan niet achterblijven. Daarom heb ik samen met collega-kamerlid Roel Deseyn een resolutie ingediend waarin we de regering vragen om alle nodige maatregelen te nemen om mobiele telefonieaanbieders aan te moedigen een dergelijke proef in de Benelux te starten. Later kan het initiatief mogelijk uitgebreid worden met andere grensstreken en met andere dienstverlening zoals SMS en MMS.

20 februari 2008

Mosquito’s zijn het verkeerde antwoord op een reëel probleem

De kritiek van het Kinderrechtencommissariaat op het gebruik van Mosquito’s om hangjongeren te weren is volkomen terecht. ‘Hangjongeren’ kunnen een probleem zijn en dit moet bespreekbaar worden. Maar het gebruik van de Mosquito verschuift enkel het probleem naar andere locaties in een wijk of stad en wekt alleen maar meer wrevel op bij deze ‘moeilijke’ jongeren.

Overlast is trouwens een zeer subjectief begrip dat op verschillende manieren kan omschreven worden en dat niet op alle ‘hangjongeren’ van toepassing is. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat jongeren zich nog meer terugtrekken en niet meer naar buiten durven komen. Het inschakelen van Mosquito’s is een onmenselijke behandeling waarvoor in het Strafwetboek al sancties voorzien zijn en vormt een inbreuk op onze grondwettelijke rechten en vrijheden. Maar een uitdrukkelijke wettelijke regeling zou ik meer gepast vinden.

Veeleer dan deze problematiek negatief te benaderen en reactief op te treden, zijn preventieve maatregelen nodig. Zo bijvoorbeeld kunnen gemeentebesturen en jongerenorganisaties investeren in kleine voetbalveldjes in achtergestelde woongebieden of in andere recreatiemogelijkheden om de problematiek van de ‘hangjongeren’ aan te pakken.

Het is ook de vraag of deze Mosquito’s op korte of lange termijn geen gehoorschade opleveren, bijvoorbeeld bij kleine en meer kwetsbare kinderen.

04 februari 2008

Naar een algemeen rookverbod

Samen met collega-Kamerleden Sarah Smeyers (N-VA) en Nathalie Muylle (CD&V) en met de Senatoren Dirk Claes (CD&V) en Louis Ide (N-VA) diende ik een wetsvoorstel in dat moet leiden tot een algemeen rookverbod. Met dit voorstel willen we ingaan op de wensen van Formaat, de koepel van jeugdhuizen, die al lang vragende partij is voor zo’n verbod.

De bestaande wetgeving bevat tal van onvolkomenheden, die maken dat voor jeugdhuizen, sportclubs en culturele instellingen strengere regels gelden dan voor gewone cafés. Hierdoor wordt het niet-commerciële verenigingsleven en vrijwilligerswerk gediscrimineerd ten opzichte van het commerciële uitgaansleven. Aan deze oneerlijke situatie willen we een einde maken. De huidige chaos aan Koninklijke Besluiten wordt in het wetsvoorstel samengesmolten tot een overzichtelijke tekst, die voor alle betrokkenen een helder kader moet scheppen. Bovendien willen we het horecapersoneel geven waar alle andere werknemers al geruime tijd recht op hebben: een rookvrije werkomgeving.

We geloven dat ons land niet kan en mag achterblijven. Steeds meer Europese landen voeren een algemeen rookverbod in. De kwalijke gevolgen van het passief roken indachtig, willen we ervoor zorgen dat België die positieve Europese tendens volgt.

Om tegemoet te komen aan de vragen van de rokers, voorziet het wetsvoorstel wel in de mogelijkheid om onder bepaalde voorwaarden een rookkamer te installeren waar men wel nog mag roken. Op die manier kan ook overlast van buitenrokende feestvierders beperkt worden. We willen ook het debat openen over financiële tegemoetkomingen aan de horeca: zo kan dit wetsvoorstel bijvoorbeeld gekoppeld worden aan fiscale aftrekmaatregelen of de verlaging van het geldende BTW-tarief in de horecasector. We hopen op een snelle behandeling in de commissie Volksgezondheid en rekenen erop dat ook de andere politieke fracties voldoende politieke moed zullen tonen om in dit dossier een constructieve houding aan te nemen.