home |  biografie | parlement  | kalmthout | pers | links  | nieuwsbrief  |  contact

01 september 2011

Alcoholslot geen miskleun


De resultaten van het Europese DRUID-onderzoek wijzen uit dat bestuurders bij een zwaar ongeval vaak dronken en/of high zijn. De Belgische bestuurders blijken meer nog dan elders hardleers – 38 % van de zwaargewonde autobestuurders zit boven de toegestane 0.5 promille en bijna 10% heeft cannabis gebruikt. De onderliggende vaststelling is níet nieuw. De mix van alcohol en rijden vormt een dodelijke cocktail. Dat weten we al langer dan vandaag. Ook de recepten blijven dezelfde. Eens om de zoveel tijd klinkt de roep om de pakkans te verhogen, de boetes op te trekken, de alcohollimiet te verlagen en de preventiecampagnes te versterken. Een krachtdadiger optreden is nodig. Daarnaast bestaat er een belangrijk nieuw preventief middel voor hardleerse bestuurders. Maar, zoals met alles wat nieuw is, roept ook het alcoholslot weerstand op.

Enkele politierechters hebben het niet hoog op met zo’n alcoholslot. Ze vinden de kostprijs onverantwoord hoog. De installatie van een alcoholslot en het volgen van een bijhorend omkaderingsprogramma kost de overtreder in totaal om en bij de 3 000 euro. Dat bedrag situeert zich dus in de lagere regionen van de mogelijke geldboetes die rechters kunnen uitspreken en die variëren van 1 100 tot 11 000 euro. De wet voorziet expliciet dat de kosten voor het alcoholslot kunnen afgetrokken worden van de opgelegde geldboete. Het maakt met andere woorden geen verschil voor de portemonnee van de overtreder of hij tot een geldboete van 3 000 euro wordt veroordeeld of tot een even hoge geldboete en een alcoholslot waarvan de kost aftrekbaar is van de boete. Voor dezelfde prijs krijgt hij of zij er een omkaderingsprogramma – een soort afkickprogramma, zo je wil – bovenop. Een maatregel die in tegenstelling tot een loutere geldboete wél een blijvend effect kan ressorteren. En juist dat is van belang bij hardleerse bestuurders.

Bovendien, argumenteren de politierechters, bestaan er voldoende andere strafmaatregelen om dronken bestuurders uit het verkeer te houden. Het is echter zo dat een harde kern van probleemdrinkers niet afgeschrikt wordt door geldboetes, gevangenisstraffen of een verval van het recht op sturen. In het beste geval zitten ze hun straf uit en gaan ze daarna opnieuw in de fout. Voor België bestaan hierover geen cijfers maar in Nederland werd vastgesteld dat ongeveer 1 op de 3 veroordeelden binnen de 3 jaar opnieuw voor de rechtbank moet verschijnen voor dezelfde feiten. In het slechtste geval kruipen ze ondanks hun rijverbod toch gewoon achter het stuur. Het zijn rijdende tijdbommen. Voor dergelijke bestuurders vormt een alcoholslot een bijkomende fysieke barrière.

In Nederland gaat men drastisch te werk. Iedereen die betrapt wordt met een promillage van meer dan 1.3 krijgt vanaf het najaar een alcoholslot opgelegd. Ook alcoholisten krijgen een alcoholslot. De Nederlandse overheid baseert zich hiervoor op onderzoek dat een alcoholslot beter voor de veiligheid werkt dan een totaal rijverbod. De automobilisten moeten het slot zelf betalen. Hier in België wordt het aan de rechter overgelaten om de beoordelen in welke situatie een alcoholslot geschikt is. Voor een bestuurder die een eerste keer veroordeeld wordt, zal een alcoholslot inderdaad een eerder overdreven kostelijke maatregel zijn. Voor de recidivist die voor de zoveelste keer tegen de lamp loopt, is de prijs dan weer klein als je weet dat je er mensenlevens mee kan redden. Het alcoholslot moet niet te pas en te onpas worden opgelegd. Het is aan de rechter om te oordelen. Maar dat er gevallen bestaan waarin de toepassing opportuun is, staat als een paal boven water. Het is dan ook te hopen dat onbekend niet onbemind maakt. Nadat het alcoholslot eindelijk gehomologeerd is geraakt en de omkaderingsinstellingen erkend, moet het alle kansen krijgen die het verdient. Zeker in een land waar meer nog dan elders alcohol een grote risicofactor blijkt te zijn in het verkeer.