home |  biografie | parlement  | kalmthout | pers | links  | nieuwsbrief  |  contact

16 maart 2006

De fetisjen van Somers en Landuyt

03/03/2005 | Het was te verwachten dat de noodzakelijke evaluatie van de verkeerswet opnieuw aanleiding zou geven tot verhitte discussies. Maar het debat moet wel zuiver gevoerd worden. Een paars “open debat” dreigt de discussie in sneltreinvaart te doen ontsporen.

Het pleidooi van CD&V om de boetes te verlagen is gekend: de boetes moeten naar beneden, en daaraan moet een hogere pakkans gekoppeld worden. Er is geen maatschappelijk draagvlak voor een hoge pakkans én hoge boetebedragen. Dat neigt al te veel naar ‘poen scheppen’ door de overheid. 4 keer een straf van pakweg 5O euro zal een beter effect hebben op de verkeersveiligheid dan één keer de pech hebben om 200 euro te moeten betalen. Nederland bewijst trouwens dat een combinatie van hoge pakkans en lage boetes perfect werkt. Ook Frankrijk heeft z’n boetes ondertussen terug verlaagd, in combinatie met veel meer controles.

VLD-voorzitter Somers slaat de bal mis, als hij zich fixeert op de gsm-overtreding en op de overtreding van de gordeldraagplicht. Als de overtredingen - terecht - ingedeeld worden volgens risicograad voor de weggebruikers, dan moeten GSM en gordel in een hogere categorie. Dat is de consequentie van de categorisering.

De fixatie van Bart Somers op deze twee overtredingen is overigens niet nieuw. Ecolo-minister Durant moest eind 2002 gordel- en GSM-overtredingen terug naar het niveau van de lichte overtredingen brengen, om de liberalen het lapje te bezorgen om hun schaamte over de globale boeteverhoging te bedekken.

Wat Landuyt nu voorstelt i.v.m. deze twee overtredingen is consequent aan de indeling van overtredingen volgens risicograad. Elke deskundige zal bevestigen dat uitgerekend deze twee overtredingen in een hogere categorie thuishoren.

Een tip voor Somers: concentreer je niet op GSM en gordel, maar op de bedragen voor de overtredingen van een bepaalde categorie. Als de VLD meent dat de boetes te zwaar worden voor die overtredingen, is dat een signaal dat de boetes voor die categorie te hoog zijn. En dan moeten ze hun verantwoordelijkheid nemen in de regering met een discussie ten gronde en niet enkel over GSM en gordel.

Landuyt doet nu een kleine stap in de goede richting: de onmiddellijke boetes voor de zware overtredingen van de eerste graad dalen van honderdvijftig naar honderd euro. Maar dat is ruimschoots onvoldoende.

Op de eerste plaats wil hij de boetes van de tweede graad verhogen naar € 200. Bovendien heeft de minister – voor zover ons bekend - geen enkel voorstel in verband met strafrechtelijke minimumboetes. Deze zijn nog veel hoger. Landuyt kan de onmiddellijke boete (van 100 euro) niet laten dalen zonder meteen ook de strafrechtelijke boete te verminderen. In navolging van het wetsvoorstel-Jos Ansoms stellen wij met CD&V een spanning voor van 20 % tussen de strafrechtelijke boetes en de onmiddellijke of administratieve inningen.

De huidige verkeerswet is klaar voor de prullenmand. Het Arbitragehof vernietigde reeds 4 bepalingen, en de dreiging van een volledige verbreking van de verkeerswet door het Hof van Cassatie in mei, hangt als een zwaard van Damocles boven de minister (wat meteen de reden is van zijn grote haast). CD&V is tevreden dat de minister voor een grondige evaluatie heeft gekozen, met inspraak van alle betrokken middenveldorganisaties. Maar blijkbaar was de drang bij Landuyt om zelf naar buiten te komen met een voorstel te groot om te wachten op een gedragen consensus. De werkgroep Handhaving van de federale verkeerscommissie, door Landuyt zélf in het leven geroepen, had nog vergaderingen gepland om zelf tot gedragen conclusies te komen.

Het was een tijdje geleden, maar paars laat nog eens zijn ware gelaat zien: de “open debatcultuur” tussen liberalen en socialisten en het “primaat van de politiek” ten nadele van het overleg met het middenveld vieren weer hoogtij.
De verkeerswet is bij uitstek nochtans een wet die roept om duidelijkheid. Laat ons dan ook zoeken naar een ruim gedragen consensus over een duidelijk en redelijk voorstel, los van fetisjen en geïsoleerde debatten over gsm’s, gordels en superboetes.