home |  biografie | parlement  | kalmthout | pers | links  | nieuwsbrief  |  contact

24 april 2006

Een verkeerswet met gaten

18/05/2005 | De mobiliteitsverenigingen hebben de verkeerswet met de zogenaamde superboetes grondig geëvalueerd en bijsturingen voorgesteld. En als je de resultaten bekijkt, moet je zeggen dat er nogal wat belangrijke rechtzettingen zijn gebeurd.

Zo is het boetesysteem ingrijpend verbeterd. Het lijkt er wel op dat Jos Ansoms eerst het parlement moest verlaten voor hij van de meerderheid gelijk kreeg. Van bij de eerste plannen van voormalig minister van Mobiliteit Isabelle Durant heeft hij vanuit CD&V een hoge pakkans verdedigd, gekoppeld aan lage boetes.Ook de graduele verhogingen van de snelheidsboetes is een goede maatregel die past in onze wetsvoorstellen. En positief is ook dat de geldstroom via het verkeersboetefonds van Vlaanderen naar Wallonië wordt rechtgetrokken. Al had het niet-dragen van de gordel een overtreding van de tweede graad moeten worden, omdat het toch gaat om een overtreding met een belangrijk risico voor de bestuurder.

Maar daarmee is het verkeersbeleid nog niet waar het moet zijn. Minister Landuyt wijst zelf op de gebrekkige statistieken, de rijopleiding, de autokeuring, de overwegen van de spoorwegen, de vlotte afhandeling van de nodige vaststellingen bij ongevallen om lange files te vermijden enzovoort.

Zo moet het gevecht tegen recidivisme nog meer het speerpunt van het verkeersveiligheidsbeleid worden. Wanneer iemand dezelfde verkeersovertredingen blijft begaan, moet hij strenger beboet worden. Alleen zo kan de kleine groep onverantwoorde chauffeurs nog beter aangepakt worden. Begin jaren '90 als schreef Jean-Luc Dehaene als verkeersminister het rijbewijs met punten in de wet als instrument tegen de herhaling van verkeersovertredingen. Het is dan ook onbegrijpelijk dat minister Landuyt het probleem wel erkent, maar het rijbewijs met punten toch niet uitvoert of een alternatief creëert.

Terecht stelt Landuyt verder dat er een centraal bestand moet komen van alle boetes. Maar waarom zorgt hij daar dan niet voor? De diensten van de ontvanger van de penale boeten', nu nog onder de voogdij van de minister van Financiën, moeten hervormd worden tot één centrale dienst onder het toezicht van het College van Procureurs-Generaal. Zij kunnen de afhandeling van de onmiddellijke inningen, de minnelijke schikkingen en de strafrechtelijke boetes op zich nemen én een databank van alle afhandelingen oprichten en bijhouden. Dat zijn twee vliegen in een klap: de politie wordt van heel wat administratieve rompslomp verlost en tegelijkertijd ontstaat er een instrument in de strijd tegen recidive.

Daarnaast wil CD&V de verplichte verkeerstherapie inbrengen in de strijd tegen extreem ongeoorloofd verkeersgedrag zoals vluchtmisdrijven én willen we een extra zware straf voor herhaald vluchtmisdrijf. Alhoewel we ook willen dat daders van vluchtmisdrijf gestimuleerd worden om zich - na de eerste paniekreactie - alsnog aan te geven. Daarom denken we aan een aangepaste straf voor dat soort gevallen. Onder het motto: beter een iets minder zware straf, dan geen straf omdat de dader niet te vinden is.Naast de strijd tegen de recidive vinden we dat de minister te weinig aandacht heeft voor een structurele verhoging van de pakkans. Samen met de administratieve ontlasting van de politiediensten, blijven we pleiten voor de oprichting van een federale verkeerspolitie. Want al zijn er sinds kort meer controles, de aandacht voor het verkeer op de autosnelwegen hangt nog te veel af van de goodwill van de politietop en van de interesse van de minister van Binnenlandse Zaken. Die grilligheid moeten we vermijden door de oprichting van een gespecialiseerde verkeerspolitie, met als belangrijkste opdrachten file-management en verkeershandhaving op autosnelwegen. De minister voor Verkeer moet mee bevoegd worden voor deze politie-eenheid, samen met de minister van Binnenlandse Zaken.

We mogen ook niet vergeten dat de minister het arrest van het Arbitragehof over de intrekking van het rijbewijs nog moet verwerken in de bijsturing van de verkeerswet. De termijnen van die intrekking moeten immers korter.

En last but not least: het goederenvervoer over de weg blijft een witte vlek in het beleid. Het is onvoldoende om de vaststellingen van politie en parket bij ongevallen op autosnelwegen sneller te laten verlopen, want dan is het eigenlijk al te laat. Sluitende controles op de rij- en rusttijden, onder meer door analyse van de werkopdrachten en de boekhoudgegevens van de transportbedrijven dringen zich op. En de wettelijk vastgelegde medeverantwoordelijkheid van opdrachtgevers en verladers mag geen dode letter blijven.