home |  biografie | parlement  | kalmthout | pers | links  | nieuwsbrief  |  contact

24 april 2006

Stop de profilering: voer bestaande mobiliteitsplannen eens uit!!

22/02/2006 | Vande Lanotte lanceerde een plan om de stadsbesturen meer mogelijkheden te geven in functie van autoluwe en fietsvriendelijke binnensteden. dit uiteraard positief, maar niks nieuws of revolutionair. Vanuit het STOP-principe steunt CD&V de idee om redenen van woonkwaliteit, leefmilieu en vlotte bereikbaarheid van de binnensteden. Steden en gemeenten hebben vandaag echter al de mogelijkheid om meer ruimte te geven aan fietsers en voetgangers. Ik vraag me dan ook af welke extra’s Johan Vande Lanotte hier nog aan kan toevoegen.


SP.a-voorzitter De laatste tijd is de partij van het “net-niet-haalbare” weer bijzonder actief in het oplaten van ballonnetjes. Denk maar aan de 80 km/u voor vrachtwagens, het voorstel om het leger te halveren, en nu dit weer. Naar mijn mening duidt dit maar op één ding: pre-electorale koorts. Ook de reactie van VLD-voorzitter Somers is in die hoek te situeren. “Kijk eens hoe goed ik ben! Beter dan de socialisten.”

Maar de werkelijkheid is dat noch de SP.a., noch de VLD de voorbije jaren veel vooruitgang hebben geboekt op verkeers- en mobiliteitsvlak. Inzake verkeersveiligheid blijft België hangen in de staart van het Europese peloton en de files zijn sinds 1999 alleen maar toegenomen.Tegen het einde van de legislatuur komen SP.a en VLD opeens met frisse ideeën, terwijl ze de kans hadden moeten benutten tijdens de legislatuur. Ondertussen bestaan er fietsplannen, mobiliteitsplannen, een pendelplan, … Maar er gebeurt in de praktijk niets mee. Vande Lanotte zou dan ook beter zijn ministers opdragen om uitvoering te geven aan de reeds bestaande plannen, dan voor de zoveelste keer een gratuit voorstel te lanceren.

Een verkeerswet met gaten

18/05/2005 | De mobiliteitsverenigingen hebben de verkeerswet met de zogenaamde superboetes grondig geëvalueerd en bijsturingen voorgesteld. En als je de resultaten bekijkt, moet je zeggen dat er nogal wat belangrijke rechtzettingen zijn gebeurd.

Zo is het boetesysteem ingrijpend verbeterd. Het lijkt er wel op dat Jos Ansoms eerst het parlement moest verlaten voor hij van de meerderheid gelijk kreeg. Van bij de eerste plannen van voormalig minister van Mobiliteit Isabelle Durant heeft hij vanuit CD&V een hoge pakkans verdedigd, gekoppeld aan lage boetes.Ook de graduele verhogingen van de snelheidsboetes is een goede maatregel die past in onze wetsvoorstellen. En positief is ook dat de geldstroom via het verkeersboetefonds van Vlaanderen naar Wallonië wordt rechtgetrokken. Al had het niet-dragen van de gordel een overtreding van de tweede graad moeten worden, omdat het toch gaat om een overtreding met een belangrijk risico voor de bestuurder.

Maar daarmee is het verkeersbeleid nog niet waar het moet zijn. Minister Landuyt wijst zelf op de gebrekkige statistieken, de rijopleiding, de autokeuring, de overwegen van de spoorwegen, de vlotte afhandeling van de nodige vaststellingen bij ongevallen om lange files te vermijden enzovoort.

Zo moet het gevecht tegen recidivisme nog meer het speerpunt van het verkeersveiligheidsbeleid worden. Wanneer iemand dezelfde verkeersovertredingen blijft begaan, moet hij strenger beboet worden. Alleen zo kan de kleine groep onverantwoorde chauffeurs nog beter aangepakt worden. Begin jaren '90 als schreef Jean-Luc Dehaene als verkeersminister het rijbewijs met punten in de wet als instrument tegen de herhaling van verkeersovertredingen. Het is dan ook onbegrijpelijk dat minister Landuyt het probleem wel erkent, maar het rijbewijs met punten toch niet uitvoert of een alternatief creëert.

Terecht stelt Landuyt verder dat er een centraal bestand moet komen van alle boetes. Maar waarom zorgt hij daar dan niet voor? De diensten van de ontvanger van de penale boeten', nu nog onder de voogdij van de minister van Financiën, moeten hervormd worden tot één centrale dienst onder het toezicht van het College van Procureurs-Generaal. Zij kunnen de afhandeling van de onmiddellijke inningen, de minnelijke schikkingen en de strafrechtelijke boetes op zich nemen én een databank van alle afhandelingen oprichten en bijhouden. Dat zijn twee vliegen in een klap: de politie wordt van heel wat administratieve rompslomp verlost en tegelijkertijd ontstaat er een instrument in de strijd tegen recidive.

Daarnaast wil CD&V de verplichte verkeerstherapie inbrengen in de strijd tegen extreem ongeoorloofd verkeersgedrag zoals vluchtmisdrijven én willen we een extra zware straf voor herhaald vluchtmisdrijf. Alhoewel we ook willen dat daders van vluchtmisdrijf gestimuleerd worden om zich - na de eerste paniekreactie - alsnog aan te geven. Daarom denken we aan een aangepaste straf voor dat soort gevallen. Onder het motto: beter een iets minder zware straf, dan geen straf omdat de dader niet te vinden is.Naast de strijd tegen de recidive vinden we dat de minister te weinig aandacht heeft voor een structurele verhoging van de pakkans. Samen met de administratieve ontlasting van de politiediensten, blijven we pleiten voor de oprichting van een federale verkeerspolitie. Want al zijn er sinds kort meer controles, de aandacht voor het verkeer op de autosnelwegen hangt nog te veel af van de goodwill van de politietop en van de interesse van de minister van Binnenlandse Zaken. Die grilligheid moeten we vermijden door de oprichting van een gespecialiseerde verkeerspolitie, met als belangrijkste opdrachten file-management en verkeershandhaving op autosnelwegen. De minister voor Verkeer moet mee bevoegd worden voor deze politie-eenheid, samen met de minister van Binnenlandse Zaken.

We mogen ook niet vergeten dat de minister het arrest van het Arbitragehof over de intrekking van het rijbewijs nog moet verwerken in de bijsturing van de verkeerswet. De termijnen van die intrekking moeten immers korter.

En last but not least: het goederenvervoer over de weg blijft een witte vlek in het beleid. Het is onvoldoende om de vaststellingen van politie en parket bij ongevallen op autosnelwegen sneller te laten verlopen, want dan is het eigenlijk al te laat. Sluitende controles op de rij- en rusttijden, onder meer door analyse van de werkopdrachten en de boekhoudgegevens van de transportbedrijven dringen zich op. En de wettelijk vastgelegde medeverantwoordelijkheid van opdrachtgevers en verladers mag geen dode letter blijven.

Rijsimulatoren moeten dringend erkend worden

09/03/2005 | Ik kan enkel positief reageren op dat de VAB deze week lanceerde over de rijopleiding. Het voorstel getuigt van een grote creativiteit, en het is op zijn minst een interessante denkpiste. Het is bovendien zeer belangrijk dat het een groot draagvlak blijkt te hebben bij de belanghebbenden, de jongeren en hun ouders.

Het voorstel verhoogt in sterke mate de kwaliteit van de rijopleiding in functie van een grotere verkeersveiligheid. Het is een opleiding in fases, waarin het opdoen van effectieve rijervaring centraal staat, zonder beperkende maatregelen zoals een rijverbod tijdens de weekends of het rijden met maximaal één passagier. Jongeren worden in het VAB-voorstel beter en langer begeleid. En toch wordt de betaalbaarheid van het rijbewijs in acht genomen (250 euro lijkt een redelijke prijs), dankzij een creatieve combinatie van de voordelen van het huidige “vrije” systeem én die van de professionele opleiding. CD&V wil het voorstel van VAB dan ook hanteren als uitgangspunt voor een nieuw wetsvoorstel voor de rijopleiding.

Het nieuwe voorstel bedreigt bovendien de tewerkstelling van de erkende rij-instructeurs niet. De combinatie van opleiding met rij-instructeurs en vrije begeleiding brengt op zijn minst een stabilisering teweeg van het urenpakket dat momenteel wordt verzorgd door erkende rij-instructeurs binnen de autorijscholen.

Ik pleit er wel voor dat de basisopleiding, die door de erkende instructeur gegeven wordt, gebeurt in een voertuig waarin ook de instructeur beschikt over een rem- en een gaspedaal. Dit is essentieel voor de veiligheid tijdens de eerste uurtjes achter het stuur. Ook het voorstel om rijsimulatoren in te schakelen in de rijopleiding is een bijzonder goede zaak voor het inoefenen van moeilijke verkeerssituaties.

Om door de overheid erkende simulatoren te kunnen gebruiken tijdens de rijopleiding, zal ik een eigen wetsvoorstel indienen. In de huidige regelgeving worden simulatoren nog niet erkend. Het voorstel voorziet ook dat politiezones dergelijke toestellen kunnen aankopen en deze ten dienste stellen van kandidaat-bestuurders en ervaren bestuurders. Het gaat hier om een ernstige investering die gefinancierd kan worden vanuit het boetefonds.